Kristof de Kegel, Head of Performance bij Alpecin-Deceuninck, over voeding, supplementen en prestaties

De rol van voeding en andere leefstijlfactoren op prestaties is de laatste jaren steeds duidelijker geworden, en ook bij team Alpecin-Deceuninck wordt hier veel aandacht aan besteed. Kristof de Kegel, Head of Performance bij het team, vertelt hoe het team zich de afgelopen jaren heeft ontwikkeld en hoe voeding en supplementen worden ingezet om maximale prestaties te behalen. Lees verder voor een uniek kijkje achter de schermen bij Alpecin-Deceuninck.

 

1.    Wat is jouw rol binnen de ploeg?

“Als Head of Performance bij Alpecin-Deceuninck ben ik verantwoordelijk voor alles wat te maken heeft met de prestaties van onze renners en rensters. De laatste jaren is dat veel breder geworden dan alleen training. Er is veel meer aandacht voor materiaal, technologie en voeding.

Ik heb daarnaast ook nog een kleine coachingrol. Ik begeleid één-op-één een paar atleten, maar mijn grootste taak is eigenlijk om binnen de ploeg structuur neer te zetten. Ik zorg ervoor dat we een duidelijke manier van werken hebben, zodat we voor maximale prestaties kunnen gaan.”

 

2.    Wanneer ben je gestart bij de ploeg?

“Ik ben in 2018 bij het team gekomen, toen het nog een klein maar succesvol crossploegje was. Mathieu van der Poel zat toen al bij de ploeg en wilde stilaan de weg gaan ontdekken. Ik vond dat een mooi verhaal en zag er veel potentie in.

Ik vind het leuk om vanuit een underdogpositie iets op te bouwen. In december 2018 ben ik begonnen, en 2019 was ons eerste jaar op de weg, toen nog als Corendon-Circus. Dat jaar was echt een ontdekkingstocht, maar werd meteen bijzonder toen Mathieu de Amstel Gold Race won. Vanaf dat moment is alles in een stroomversnelling gekomen.”

 

3.    Hoe zag de performance staff eruit in dat eerste jaar?

“In het begin was ik in mijn eentje. Ik kon mezelf toen nog niet echt ‘Head of Performance’ noemen, want ik was de enige coach. Dat eerste wegseizoen hadden we 16 renners, dat was nog prima te doen in m’n eentje. Maar vanaf dat moment is het heel snel gegaan.

Nu hebben we een groep van zo’n 70 renners en rensters, verdeeld over de WorldTour- en Devo-teams. De performance staff is flink gegroeid, elk seizoen zijn er coaches bijgekomen. Inmiddels werken we met een team van zes persoonlijke coaches, allemaal met hun eigen specialisatie. Daarnaast hebben we een medisch team en andere experts om het team op performancegebied te ondersteunen. Vooral op het gebied van materiaal en voeding hebben we de laatste jaren enorme stappen gezet.”

 

4.    Hoe groot is volgens jou de invloed van leefstijlfactoren op wielerprestaties?

“Factoren, zoals slaap, herstel en voeding maken een groot verschil. Dankzij alle data die we nu kunnen verzamelen, kunnen we het ook bijna echt visueel aantonen. Als een renner zich goed verzorgt op het gebied van slaap en voeding, zien we dat bepaalde prestatieparameters verbeteren. Die dataverzameling en visualisatie maken het voor ons makkelijker om renners te laten zien waarom deze dingen zo belangrijk zijn. Vroeger konden we het alleen zeggen, maar nu kunnen we het ook onderbouwen met grafieken. Dat helpt enorm.

De laatste jaren is er meer aandacht voor algemene gezondheid, niet alleen in de topsport. Daardoor is het draagvlak groter geworden, wat het makkelijker maakt om renners ervan te overtuigen. Topsporters waren hier altijd al wel mee bezig, maar het besef van het belang hiervan is nu nog groter.”

“Vroeger beschouwde je voeding als iets statisch, maar nu weten we dat de dosering, timing en kwaliteit van je voeding grote invloed hebben.– Kristof de Kegel, Head of Performance van team Alpecin-Deceuninck

 

5.    Wat is jullie aanpak op het gebied van voeding?

“We werken samen met Foodmaker, met wie we ook een gezamenlijke food app hebben ontwikkeld. Het is eigenlijk heel simpel. Wat ik de renners altijd vertel, is dat voeding net als training dynamisch is. Vroeger beschouwde je voeding als iets statisch, maar nu weten we dat de dosering, timing en kwaliteit van je voeding grote invloed hebben.

Er zijn ook veel verschillen in de kwaliteit van voeding. Doordat we nu persoonlijke chefs in het team hebben, kunnen we de standaard hotelbuffetten vermijden en onze eigen ingrediënten kiezen, zodat de maaltijden precies aansluiten bij de behoeften van de renners. De chefs bereiden maaltijden op maat, afgestemd op de training die net is afgerond en de inspanningen die de komende dagen nog op het programma staan. Dit is de afgelopen jaren veel specifieker geworden en draagt bij aan het bewustzijn van het belang van voeding. Ik geloof niet dat het zinvol is om het ‘topje van de piramide’, zoals supplementen, te optimaliseren zonder eerst te zorgen voor een goede basisvoeding.

De renners zijn vaak onderweg. Ze zitten een aantal uur op de fiets, dan zitten ze in de bus, dan moeten ze naar een volgend hotel. Daarom is het belangrijk om een goede structuur te creëren en de renners eraan te herinneren wanneer het het juiste moment is om bijvoorbeeld koolhydraten of eiwitten in te nemen. Zo benutten ze hun ‘window of opportunity’ optimaal. Het is vergelijkbaar met slaap: slaap inhalen is eigenlijk niet mogelijk.

We hebben ook meerdere foodtrucks die meegaan naar trainingsstages en wedstrijden. In 2021 zijn we hiermee begonnen tijdens belangrijke trainingsstages en grote rondes, en later hebben we het ook uitgebreid naar de andere meerdaagse wedstrijden. Ook tijdens de tussenperiodes tussen zware eendagswedstrijden in het voorjaar nemen we de foodtruck mee. We merken echt dat dit het verschil maakt voor de renners. Ook wanneer de renners naar huis gaan, blijven we ze helpen de juiste voeding op de juiste momenten in te nemen.

De afgelopen jaren heeft deze aanpak grote invloed gehad op de prestaties. Hoewel we qua training niet veel spectaculair anders doen, hebben hoogtetraining, voeding en suppletie samen gezorgd voor een verbetering van de piekprestaties.”

 

6.    Een gezond lichaam is de basis voor topprestaties. Op welke manier dragen supplementen bij aan het ondersteunen van de gezondheid van de renners?

“Er zijn ontzettend veel supplementen op de markt, maar wij kiezen er bewust voor om ons te focussen op de punten die voor ons echt belangrijk zijn. We willen niet verdwalen in de veelheid aan opties. Tijdens de kern van het seizoen, zo’n 250 tot 270 dagen per jaar, gebruiken we een multivitamine, ijzer, omega-3 en vitamine D als basis om ervoor te zorgen dat de renners fit blijven.

We richten ons liever op het voorkomen van problemen, omdat inhalen wanneer er zich problemen voordoen veel tijd kost. Daarom doen we eens in de twee maanden een bloedonderzoek, zodat we waar nodig kunnen bijsturen. Dankzij deze basis aan supplementen in combinatie met bloedonderzoek komen we nooit voor verassingen te staan.”

“Uit ervaring weten we dat wanneer we in november één groot pakket voor het hele seizoen opsturen, ongeveer 30% van de renners de supplementen regelmatig vergeet. En dat willen we niet, want het moet juist een vast onderdeel van hun routine worden.– Kristof de Kegel, Head of Performance van team Alpecin-Deceuninck

 

7.    Hoe gebruiken jullie supplementen in de dagelijkse routine?

“Wanneer de renners met het team op pad zijn, zorgen we ervoor dat alles rondom hun supplementen goed geregeld is. Ze ontvangen hun supplementen altijd via de staf, bijvoorbeeld tijdens de health check in de ochtend of bij de lunch. Alles wordt netjes voor de renners klaargezet, zodat ze zich geen zorgen hoeven te maken over het innemen van de juiste supplementen op de juiste momenten.

Het is ook belangrijk dat de renners het gevoel hebben dat er goed over hun supplementen is nagedacht. Wanneer ze simpelweg hun supplementen krijgen met de boodschap “doe er wat mee,” motiveert dit niet echt. Er moet een duidelijk supplementenplan zijn, vergelijkbaar met een trainingsplan.

Daarom geven we onze renners bijvoorbeeld niet hun supplementen voor thuisgebruik in één groot pakket aan het begin van het seizoen. We weten dat dit dan vaak ergens in de kast verdwijnt. In plaats daarvan timen we het zorgvuldig. We houden bij wanneer iemand bijna door bepaalde supplementen heen is en zorgen ervoor dat ze bijvoorbeeld een nieuwe voorraad krijgen tijdens de trainingsstage in december en weer in maart.

Dit vraagt veel extra werk van de staf, maar uit ervaring weten we dat wanneer we in november één groot pakket voor het hele seizoen opsturen, ongeveer 30% van de renners de supplementen regelmatig vergeet. En dat willen we niet, want het moet juist een vast onderdeel van hun routine worden.”

 

8.    Wanneer en met welk doel gebruiken jullie een zink supplement?

Zink wordt vooral ingezet tijdens hoogtestages. We gebruiken het zowel tijdens de voorbereiding op de stages als tijdens en na de stages zelf. Het doel is om de renners te ondersteunen, aangezien de trainingen op hoogte intensief zijn en de renners echt tot hun limieten gaan. Zink heeft een positieve invloed op het immuunsysteem, wat goed van pas komt tijdens een veeleisende periode als een hoogestage.”

 

9.    Hoe en wanneer wordt er een ijzer supplement gebruikt?

“Naast het gebruik als basissuppletie tijdens het seizoen, wordt ijzer ook vaak ingezet in de aanloop naar onze hoogtestages. We hebben ongeveer vier hoogtestages per jaar ter voorbereiding op belangrijke momenten. We proberen goed in kaart te brengen hoe de renners reageren op de hoogte. Supplementen zoals een multivitamine, zink en ijzer bieden belangrijke ondersteuning tijdens deze hoogtestages. Hier zetten we dan ook sterk op in.

De renners weten dat we een standaarddosering hanteren voor reguliere trainingsstages. Richting een hoogtestage wordt deze dosering verdubbeld of zelfs verdrievoudigd, afhankelijk van de behoeften.” 

“Ongeveer 90% van onze renners gebruikt beta-alanine zeker twee keer per jaar.– Kristof de Kegel, Head of Performance van team Alpecin-Deceuninck

 

10. Hoe wordt beta-alanine ingezet?

Beta-alanine zetten we heel gericht in, vooral rondom de piekperiodes van de renners. Elk jaar hebben ze ongeveer twee piekperiodes van zes weken: één in het voorjaar en één tijdens een grote ronde. In aanloop naar deze periodes beginnen we zo’n 8 tot 10 weken van tevoren met het gebruik van beta-alanine.

Als performance coach ben ik een grote fan van beta-alanine. Het verschilt wel per renner of ze het graag gebruiken. Sommige renners gebruiken het graag, terwijl anderen minder enthousiast zijn of er geen goede ervaringen mee hebben. Dit is dus erg persoonlijk. Ongeveer 90% van onze renners gebruikt beta-alanine zeker twee keer per jaar.

We verdelen de doseringen over de dag, met twee capsules per inname moment. Dit zorgt ervoor dat de tintelingen, die soms optreden bij het gebruik van beta-alanine, tot een minimum beperkt blijven.”